NL: ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Verkeerd gebruik van slijp- en schuurgereedschappen is zeer gevaarlijk.
•Neem altijd de instructies op het slijp-/schuurgereedschap en de slijpmachine in acht.
•Wees er zeker van dat het slijp-/schuurgereedschap geschikt is voor de beoogde toepassing. Controleer slijp-/schuurgereedschap voor elk gebruik op mogelijke beschadigingen.
•Neem de instructies voor een juiste handling en opslag van het slijp-/schuurgereedschap in acht. Wees u bewust van de mogelijke gevaren bij het gebruik van slijp-/schuurgereedschappen en neem de aanbevolen
veiligheidsmaatregelen in acht:
•Lichamelijk contact met het slijp-/schuurgereedschap op werksnelheid
•Lichamelijk letsel door breuk van het slijp-/schuurgereedschap tijdens gebruik
•Schuurdeeltjes, vonken, gassen en stof die tijdens het slijpen en schuren ontstaan
•Lawaai
•Trillingen
Gebruik alleen slijp-/schuurgereedschappen die aan de hoogste veiligheidsnormen voldoen. De onderstaande EN-normen specificeren basisveiligheidsvereisten voor de respectievelijke slijp-/schuurgereedschappen:
•EN 12413 voor slijp-/schuurgereedschappen bestaande uit gebonden slijp-/schuurmiddelen
•EN 13236 voor slijp-/schuurgereedschappen met diamant of boornitride
•EN 13743 voor flexibele speciale slijp-/schuurmiddelen (fiberschijven, lamellenslijpschijven, waaierslijpschijven en lamellenslijpstiften)
Gebruik nooit een slijp-/schuurmachine die niet goed werkt of defecte onderdelen bevat. Werkgevers moeten een risicobeoordeling van alle slijp-/ schuurprocessen uitvoeren om steeds de juiste veiligheidsmaatregelen te
kunnen nemen.
Zij dienen ervoor te zorgen dat hun werknemers voldoende opgeleid zijn om hun taken uit te kunnen voeren. Deze brochure bevat alleen de belangrijkste
veiligheidsadviezen.
Meer informatie over het veilige gebruik van slijp-/schuurgereedschappen is verkrijgbaar in de vorm van uitgebreide veiligheidsinstructies bij de FEPA of de Duitse slijp-/schuurmiddelenvereniging VDS:
•FEPA veiligheidsinstructies voor gebonden slijp-/schuurmiddelen en slijp-/schuurgereedschappen met diamant en kubisch boornitride CBN
•FEPA veiligheidsinstructies voor slijp-/schuurgereedschappen met diamant en kubisch boornitride CBN voor gebruik in de bouw en natuursteensector
•FEPA veiligheidsinstructies voor flexibele schuurmiddelen

VEILIGHEIDSMAATREGELEN TEGEN POTENTIËLE GEVAREN
Lichamelijk contact met het slijp-/schuurproduct
•Grote zorgvuldigheid en voorzichtigheid is vereist bij het gebruik van slijpen schuurgereedschappen. Lang haar opsteken en geen losse kleding, stropdassen of sieraden dragen.
•Voorkom dat de machine onbedoeld wordt ingeschakeld voordat u een slijp-/schuurschijf monteert of vervangt. Koppel de machines indien nodig los van het stroomnet.
•Verwijder nooit de op de machine gemonteerde veiligheidsvoorzieningen en controleer dat deze in goede staat en aanwezig zijn voordat de machine wordt ingeschakeld.
•Als de machine of het werkstuk met de hand wordt gehanteerd, maak dan altijd gebruik van handschoenen en geschikte kleding. Voor handschoenen wordt een minimale beschermingsgraad conform EN 388 categorie
2 geadviseerd.
•Controleer na het uitschakelen of de machine volledig tot stilstand is gekomen voordat u deze onbeheerd achterlaat.
Letsel door breuk van het slijpgereedschap
•Uiterste voorzichtigheid is geboden bij de handling van slijp- en schuurgereedschappen, aangezien deze gemakkelijk beschadigd kunnen raken. Controleer alle producten op beschadigingen voordat ze worden gebruikt.
• Slijp- en schuurgereedschappen moeten zodanig worden opgeslagen dat schadelijke invloeden van vocht, vorst en grote temperatuurschommelingen evenals mechanische beschadigingen worden voorkomen.
•Flexibele schuurmiddelen moeten worden opgeslagen bij 18-22 ºC en 45-65% relatieve vochtigheid.
•Schuurbanden moeten op een stang of haak met een diameter van ten minste 50 mm worden opgeslagen.
•Gebruik slijp- en schuurgereedschappen nooit na de aangegeven houdbaarheidsdatum. Als er geen houdbaarheidsdatum is aangegeven, houd dan rekening met de houdbaarheid van de volgende producten:
Kunststof en schellakgebonden producten 3 jaar; rubbergebonden slijp-/schuurschijven 5 jaar; keramisch gebonden slijp-/schuurschijven 10 jaar.
•Gebruik een geschikt slijp-/schuurgereedschap voor de betreffende toepassing. Gebruik nooit gereedschap dat niet goed kan worden geïdentificeerd.
•Neem bij het opspannen de instructies op het etiket of het slijp-/schuurgereedschap in acht, bijv. over de draairichting of de opspanmethode.
•Gebruik nooit geweld bij het opspannen en breng geen wijzigingen aan het slijp-/schuurgereedschap aan.
•Overschrijd nooit de maximaal toegestane werksnelheid.
•Wees er zeker van dat de juiste opspanflenzen worden gebruikt en dat deze in een goede mechanische staat verkeren en vrij zijn van vreemde voorwerpen, zoals bijv. slijpafval.
•Gebruik, indien van toepassing, vulringen tussen het slijp-/schuurgereedschap en de opspanflens.
•Draai de spanvoorziening niet te strak aan.
•Voer steeds na het opspannen een testrun van ten minste 30 seconden op werksnelheid met correct gemonteerde beschermkap uit. Houd daarbij de machine zo vast dat de brokstukken u niet kunnen raken in geval van breuk.
•Verwijder nooit beschermkappen van machines en zorg ervoor dat ze in goede staat en correct gemonteerd zijn.
•Het werkstuk moet stevig en goed opgespannen zijn en de werkstuksteun moet correct en stevig ingesteld zijn.
•Start de machine alleen als er geen contact is tussen het werkstuk en het slijp-/schuurgereedschap
• Voorkom mechanische schade aan het slijp-/schuurgereedschap door krachtinvloeden, stoten of verhitting.
•Slijp en schuur alleen met het daarvoor bestemde gedeelte van het slijp-/schuurgereedschap. Vermijd schuren met de randen van de schuurbanden, gebruik indien mogelijk het midden van de banden.
•Voorkom blokkering en ongelijkmatige slijtage om efficiënte prestaties van het slijp-/schuurgereedschap te waarborgen. Indien nodig bandloop regelmatig rechtzetten.
•Na het uitschakelen moet de machine vanzelf tot stilstand komen zonder druk uit te oefenen op het oppervlak.
•Schakel de toevoer van koelsmeermiddel uit voordat u de machine stopt en slinger overtollig koelsmeermiddel uit het slijp-/schuurgereedschap.
•Schuurbanden die niet in gebruik zijn, mogen niet onder spanning staan.
Schuurdeeltjes, vonken, stof en dampen
•Het inademen van slijp-/schuurstof kan leiden tot longaandoeningen.
•Alle droge slijp- en schuurprocessen moeten worden uitgevoerd met geschikte afzuigsystemen.
•Gebruik slijp- en schuurgereedschappen niet in de buurt van brandbare materialen.
•Het gebruik van filtrerende halfmaskers conform EN149 wordt geadviseerd bij droog schuren, zelfs als er afzuigsystemen beschikbaar zijn.
•Beschermkappen of afdekkingen moeten zo worden ingesteld dat ze vonken en schuurdeeltjes van het lichaam wegleiden.
•Er zijn extra maatregelen nodig om personen in de buurt te beschermen.
•Bij alle slijp- en schuurprocessen wordt sowieso het dragen van oogbescherming geadviseerd. Bij slijpen en schuren uit de vrije hand wordt het dragen van een veiligheidsbril of gelaatsbescherming geadviseerd.
•Oogbescherming met een minimale beschermingsfactor volgens EN166 graad B wordt geadviseerd.
•Gebruik een geschikt slijp-/schuurgereedschap. Een ongeschikt product kan overmatige schuurdeeltjes en stof genereren.
Lawaai
•Gehoorbescherming volgens EN352 wordt geadviseerd voor alle toepassingen waarbij een handschuurmachine of werkstuk betrokken is, ongeacht het geluidsniveau.
•Wees er zeker van dat het slijp-/schuurgereedschap geschikt is voor de beoogde toepassing. Een ongeschikt product kan overmatig lawaai veroorzaken.
Trillingen
•Werkprocessen met een met de hand bediend slijp-/schuurgereedschap of werkstuk kunnen letsel veroorzaken door trillingen.
•Onderneem onmiddellijk actie als er tintelingen, steken of gevoelloosheid optreden na 10 minuten onafgebroken gebruik van het slijp-/schuurgereedschap.
•Aangezien trillingen sterker worden ervaren onder koudere werkomstandigheden, is het raadzaam om de handen warm te houden en de handen en vingers regelmatig te bewegen. Maak gebruik van moderne apparatuur met een laag trillingsniveau.
•Zorg ervoor dat uw gereedschap in goede staat is; stop de machine bij overmatige trillingen en laat deze nakijken.
•Gebruik slijp- en schuurgereedschap van een goede kwaliteit en zorg ervoor dat het in een goede mechanische staat is.
•Houd de opspanflenzen en schuurschijven in goede mechanische staat en vervang deze als ze versleten of vervormd zijn.
•Houd het werkstuk of de machine niet te stevig vast tijdens het gebruik en oefen geen overmatige druk uit op het slijp-/schuurgereedschap.
•Gebruik het slijp-/schuurgereedschap niet zonder onderbrekingen.
•Gebruik een geschikt slijp-/schuurgereedschap, omdat een ongeschikt product overmatige trillingen kan genereren.
•Pas op voor lichamelijke symptomen veroorzaakt door trillingen – raadpleeg eventueel een arts.

AFVOEREN VAN SLIJP- EN SCHUURGEREEDSCHAPPEN
•Versleten of defecte slijp- en schuurgereedschappen moeten volgens de regionale of nationale voorschriften worden afgevoerd.
•Meer informatie is te vinden in de „Vrijwillige productinformatie“ van uw leverancier.
•Houd er rekening mee dat slijp- en schuurgereedschappen door het schuurproces of slijpafval gecontamineerd kunnen zijn.
•Afgedankte slijp- en schuurgereedschappen moeten worden vernietigd om hergebruik te voorkomen.